Voor diegene die twijfels hebben bij de intenties van Gün...
Fortuna Sittard verspeelde de koppositie en beleefde een roerig weekje. Maar dat de Limburgers weer een rol van betekenis spelen, is al pure winst. Isitan Gün is de man achter de wederopstanding van Fortuna Sittard. Terug in de spotlights dankzij de Turkse zakenman.
TEKST: CHRIS TEMPELMAN
De charmes van Isitan Gün kennen ze inmiddels in Sittard. Hij doet veel moeite de Limburgers te overtuigen van zijn goede bedoelingen. De Turk noemt zichzelf geen klassieke clubeigenaar, hij wil meer voor elkaar krijgen dan een winnend elftal bij elkaar kopen. De club Fortuna Sittard erbovenop helpen is zijn doel. Nu de sportieve prestaties daar zijn, valt alles samen. Bijna alles dan, want trainer Sunday Oliseh sputtert tegen. Gün blijft er stoïcijns onder. Die rol past hem. Over van alles heeft hij een mening, met het belang van Fortuna Sittard als rode draad in zijn betoog. We treffen de Turkse geldschieter in een hotel in zijn woonplaats Amsterdam.
Waarom heeft u gekozen om in Amsterdam te gaan wonen en niet in Limburg?
‘Ik was eerst alleen in Nederland, nu is mijn gezin ook hier. De kinderen kunnen makkelijker op een internationale school in Amsterdam. De keuze was Amsterdam of Den Haag. Ik blijf soms een paar dagen in Limburg als de werkzaamheden erom vragen, maar ons gezinsleven speelt zich af in Amsterdam. Ik kom uit Istanbul, ben gewend aan het leven in een grote stad. Ik vind Limburg echt prachtig, maar kan er nu niet wonen vanwege de school voor de kinderen. Misschien is het wat voor later, dat sluit ik niet uit. Maar met carnaval ben ik er, hoor.’
Na een hele lange tijd zonder prijs veroverde Fortuna Sittard onlangs de tweede periodetitel en dat was te zien.
‘Het was ongelofelijk. Ik heb supporters zien huilen. Het was een mijlpaal in de clubhistorie en dat al zo snel sinds we met ons project zijn gestart. Het is geweldig te zien hoeveel Fortuna betekent voor heel veel mensen. De supporters leven zo mee. Ik heb ze vanaf het begin af aan betrokken bij het herstel van de club en laat mijn gezicht geregeld zien. Dat waarderen ze en ik vind het belangrijk te horen wat er leeft. Het was een soort familiereünie. Het was natuurlijk ook de avond van de onthulling van het standbeeld van Fernando Ricksen. Maar ook daaruit blijkt de verbondenheid van de achterban. Ik had de eer naast Bert van Marwijk te zitten en zag dat hij nerveus werd toen het in de tweede helft moeizaam ging. Schitterend om te zien. Die zenuwen had ik zelf ook trouwens. Ik ben meer supporter, ook omdat ik weet wat het betekent voor de mensen. Kijk waar deze club vandaan komt. Fortuna was er bijna niet meer. Vergeet niet hoe we een jaar geleden ervoor stonden. Het is onvoorstelbaar dat het slechts een jaar geleden is dat de situatie zorgelijk was.’
En dat allemaal dankzij u. Beseft u dat?
‘Jawel, ik weet dat het zo is, maar ik hoef dat niet iedere dag te zeggen. Die bevestiging heb ik niet nodig. Het gaat niet om mij. Ook niet om de trainer of om individuele spelers. Fortuna er weer bovenop helpen door een verstandig financieel beleid, dat is de insteek geweest. Daar ligt ook mijn expertise, ik heb geen verstand van voetbal. Het gaat erom op de juiste plekken in de organisatie de juiste mensen te hebben. Iedereen benutten in zijn kwaliteiten. Dan kun je stappen maken als club.’
U zegt dat het ook niet om de trainer gaat, maar Sunday Oliseh treedt soms op de voorgrond met opvallende uitspraken. Vorige week nog viel hij zijn reserves af na de nederlaag in Dordrecht en smeekte hij om versterkingen.
‘Oliseh is een emotionele trainer. Soms roept hij wat terwijl hij dat beter niet zou kunnen doen. Dit is een interne discussie. Daar doe ik in de pers geen uitspraken over. Ook de trainer moet weten dat het niet om hem draait. Niemand is groter dan de club.’
Komen er nog spelers bij? Dit lijkt het moment nog iets extra’s te doen.
‘We hebben tussentijds drie spelers aan de selectie toegevoegd, veel meer zullen er niet komen. Ik ben een fel tegenstander van het halen van veertien spelers in de winterstop. Liever investeren in de zomer, zodat spelers de tijd hebben om van waarde te worden. Spelers die je tussentijds haalt, vallen midden in een groep en in een seizoen. Dat is voor niemand prettig. De spelers die we nu halen, moeten het komende half jaar gebruiken om te acclimatiseren.’
Had u verwacht dat Fortuna Sittard dit seizoen al zou meedoen om de bovenste plekken?
‘Niet om de eerste plek, maar ik moet wel eerlijk bekennen dat ik mezelf in de voorbereiding op dit seizoen afvroeg waartoe dit zou kunnen leiden. Na het zomerse trainingskamp zag ik een heel sterke groep spelers. De resultaten in de voorbereiding waren bijzonder goed. Het geeft geen enkele garantie, maar ik was aangenaam verrast. Ook omdat we een van de jongste selecties in de Jupiler League hebben.’
Mocht nu promotie worden afgedwongen, dan komt dat toch eigenlijk te vroeg?
‘Als je maar niet denkt dat we de kans laten lopen als die zich aandient. Zo’n kans moet je met beide handen aangrijpen, je weet nooit wanneer er weer één komt. Het vraagt veel van een organisatie. Je moet sneller stappen maken dan oorspronkelijk de bedoeling was. Maar zo flexibel moet je zijn. Dat gaat ons ook lukken als het zover komt.’
U werkte in Turkije bij Galatasaray. Van een Turkse topclub naar een Nederlandse Jupiler League-club in problemen moet een cultuurschok voor u geweest zijn?
‘Het is anders, ja, dat kan ik niet ontkennen. Ik heb altijd een club willen helpen. Ik was niet per se op zoek, maar deze kans deed zich voor. Je gaat niet naar de supermarkt om een club te kopen. De uitdaging hier iets van te maken sprak me aan en mijn eerste indrukken van Fortuna Sittard waren erg goed. De ervaring die ik bij Galatasaray heb opgedaan kan ik wel degelijk gebruiken hier. Vertaald naar een ander niveau, dat moet je wel beseffen. Ik moet wel eerlijk zeggen dat ik niet van alle problemen wist toen ik erin stapte. Je kunt ook niet alles weten, ik ben tegen zaken aangelopen die mij niet bekend waren.’
Begrijpt u de scepsis in Nederland als een buitenlander een club overneemt? Na de Russen bij Vitesse en de Chinees bij ADO Den Haag zijn we wantrouwend.
‘Ik snap het wel, maar het is niet nodig. Dit is niet te vergelijken met wat er bij Vitesse en ADO Den Haag is gebeurd. Ik ken de precieze achtergronden bij die clubs niet en eigenlijk wil ik die ook niet weten. Je hebt verschillende manieren waarop je eigenaar kunt zijn. Die genoemde eigenaren zijn meer de klassieke eigenaren, ik ben van een ander soort.’
Wat is uw achtergrond precies?
‘Ik ben van huis uit econoom en heb jarenlang in de financiële sector gewerkt. Ik heb vier jaar in New York gezeten en ben in Istanbul betrokken geweest bij verschillende projecten. In mijn hoofd heb ik altijd gehad dat ik met mijn financiële kennis iets in het voetbal wilde doen. Van jongs af aan kom ik bij Galatasaray en in 2013 en 2014 heb ik bij die club de rol van chief operating officer vervuld.’
U heeft schulden van Fortuna afgelost en u stelt geld beschikbaar. Niet om in het wilde weg spelers te kopen, maar meer gericht op de langere termijn.
‘Je helpt een club niet door een karrevracht aan spelers binnen te halen, je moet naar het totaalplaatje kijken. Beredeneer hoe je op de lange termijn geld kunt verdienen. Dan moet je dus spelers opleiden om die later te kunnen verkopen, dan moet je talentvolle buitenlandse spelers een podium geven, dan moet je het stadion vol krijgen en dan moet je het achterland terugkrijgen bij de club. Al die zaken hebben met elkaar te maken. Succes maakt het allemaal makkelijker. Resultaten zijn uiteindelijk altijd bepalend. Niet voor het slagen van een missie, maar voor het tempo waarin alles kan.’
Bij de transfer van Perr Schuurs naar Ajax lijkt alles wat u zegt samen te komen.
‘Ik weet nog dat ik voor gek werd verklaard toen we hem een contract lieten tekenen. Velen hadden daar een mening over, maar wij wisten dat we goud in handen hadden met deze jongen. Dit is zo belangrijk voor de club. Niet alleen het geld dat Ajax overmaakt waardoor onze financiële positie een boost kreeg, maar ook om te laten zien dat een jongen uit de regio deze stap kan maken. Dat ziet iedereen. De jeugd krijgt een kans. Zoals het ooit was bij Fortuna met spelers als Mark van Bommel, Kevin Hofland, Ricksen en al die anderen. Ik geloof werkelijk dat dat de echte winst is.’
Wat is het belangrijkste op dit moment?
‘Het krijgen van een eigen trainingscomplex. We willen investeren in de academy en hebben een eigen complex nodig. Het is van de gekke dat we met de selectie bij omringende amateurclubs moeten trainen. Dat heeft prioriteit, anders kun je andere plannen niet uitvoeren. Ik wil geen euro van de gemeente, hoef geen geld. Ik wil een locatie toegewezen krijgen. De plannen zijn er. Ik vind het echt belachelijk dat de gemeente weigert mee te denken. Zij moeten ook zien dat het met Fortuna de goede kant op gaat. Er is geen twijfel dat dit belangrijk is voor de club.’
Gaat dat slechte veld dan ook vervangen worden? Het veld van Fortuna Sittard zou je haast doen verlangen naar kunstgras.
‘Direct de dag na afloop van de competitie wordt het veld vervangen. Het is minder slecht dan vorig seizoen, maar het is niet goed, dat klopt. Maar kunstgras komt er niet, nooit. Ik was echt in shock toen ik hier kwam en zag hoeveel clubs op kunstgras spelen. Bij Galatasaray importeerde men gras uit Nederland, omdat dat bewezen het beste was. En dan kom ik hier en zie ik dat plastic. Absurd. Naast het veld willen we ook de kleedkamers aanpakken. Daar is, door begrijpelijke omstandigheden, ook vijftien jaar niets aan gedaan.’
Het Nederlandse voetbal zit in een crisis. Hoe kijkt u daar als relatieve buitenstaander naar?
‘De voetballerij is conservatief, in vele opzichten. Er liggen zo veel uitdagingen, maar er is geen handvat hoe je die moet aangaan. In Nederland is er veel lawaai met allerlei meningen, maar echt iets concreets gebeurt er niet. Ik mis die daadkracht. De voetballerij hangt aan elkaar van regeltjes. Iedereen lijkt te weten hoe het zeker niet moet, maar de juiste formule bestaat niet. Verander zaken. Ik was bij Galatasaray-Fenerbahçe dit jaar en daar zag ik Hans van Breukelen. Hij kwam om Dick Advocaat te strikken voor Oranje. Ik dacht onmiddellijk: Denk eens anders, bewandel geen betreden paden. Kom uit dat cirkeltje.’
Uw knowhow ligt bij hoe je clubs zou moeten besturen. Wat is de gouden tip?
‘Niet kiezen om snel geld te verdienen, maar een plan hebben waardoor je op de langere termijn geld verdient. Voetbal is de waan van de dag, maar clubs moeten leren verder te kijken dan morgen.’
Er komt een moment dat u de club zult verkopen om geld te verdienen.
‘Ik heb geen plannen in die richting. Er is geen exit-plan. Zeker de komende jaren niet. Het gaat erom de club weer op de kaart te zetten. Ik heb langetermijnplannen, daar moet je de tijd voor nemen.’
Maar Fortuna Sittard is toch ook een beetje handelswaar voor u?
‘Dat wordt snel gezegd als er een buitenlandse eigenaar is. Maar als ik spelers aantrek om daar zelf beter van te worden, had ik er toch allang een paar weer verkocht? Dit is wel het moment om voor bepaalde spelers te cashen, maar wij verlengen juist overeenkomsten met het oog op de toekomst.’
Is er in die toekomst een plek voor FC Limburg? Dat dossier is u inmiddels bekend?
‘Dat is het domste idee dat ik ooit heb gehoord. Ik vind een fusie tot één Limburgse club complete onzin. In Brabant zitten er ook veel clubs op kleine afstand van elkaar en daar hoor ik nooit iemand over FC Brabant. Ik vind het werkelijk belachelijk dat het ooit een serieus gespreksonderwerp is geweest. Ik vind juist dat je elkaar moet versterken. Een samenwerking tussen de verschillende jeugdopleidingen – geen gezamenlijke jeugdopleiding – zie ik wel als mogelijkheid.’
Hoe kijkt u inmiddels naar de voetballerij, de wereld waar u als zakenman in beland bent?
‘Voetbal is entertainment, het is geen big business, in Nederland wordt voetbal overschat. Iedereen heeft er een mening over, maar buiten het voetbalwereldje zal het mensen echt een zorg zijn. In Nederland hebben alle clubs elkaar nodig. Hun bestaansrecht hangt af van de concurrenten. Starbucks alleen heeft geen bestaansrecht. Ze kunnen groot worden dankzij andere, kleinere koffietenten. Zo werkt het in de voetballerij ook. Je hebt de kleinere clubs met hun charmes en problemen nodig voor het totale plaatje. Fortuna Sittard is geen Ajax en zal dat ook nooit worden. Mijn missie is niet om een concurrent van Ajax te worden, dat gaat nooit lukken. Niet in de tijd waarin ik leef in ieder geval. Droom er dan ook niet over. Ajax is een landelijk merk, veel clubs zijn lokale merken. Richt je daarop. Fortuna moet veel meer kijken naar Borussia Mönchengladbach. Denk niet te groot, dat is een zelfmoordtactiek. Geografie bepaalt je lot. Daar kun je wat van vinden, maar daar moet je je bij neerleggen.’
U geeft ook les aan studenten over het leiden van een voetbalclub.
‘Voor de Football Business Academy in Genève doe ik dat. Het is een online-programma. Ik heb er veel lol in en mijn studenten zijn heel enthousiast. Financiële strategie in het voetbal intrigeert me. Het is al lang geen hobbyisme meer, het zijn bedrijven en die moet je dus ook besturen als bedrijven. Niet als voetbalclubs, zoals dat jaren is gedaan. Een nieuw soort bestuurders is gewenst.’
U heeft als eigenaar wel een mening over bepaalde zaken. Zo bent u geen voorstander van de beloftenteams in de Jupiler League.
‘Ik vind vooral de uitleg niet kloppen. De jonge spelers moeten ervaring opdoen op niveau, tegen ouderen en fysiek sterkere tegenstanders. Dat is een prima uitgangspunt, maar diezelfde jonge spelers maken plaats als de oudere spelers moeten spelen. Als ze terugkomen van een blessure, maar ook als de Jong-ploeg punten nodig heeft. Wie help je dan? Niet de jonge spelers. Dat is ook niet goed voor hun ontwikkeling. Het is heel simpel: reguleer het, werk met vaste selecties. Dit is dodelijk voor de competitie. Het voelt soms onrechtvaardig.’
Het woord onrechtvaardig viel ook toen Fortuna Sittard vorig seizoen nog punten in mindering kreeg vanwege het niet nakomen van afspraken aangaande de financiële situatie.
‘Begrijp me goed, regels zijn regels en die gelden ook voor ons. Maar we waren juist op de goede weg en hadden tijd nodig. Ik heb dat ook uitgelegd en nu is in het orde. Ik vind het licentiesysteem niet goed. Het zou in mijn ogen zo moeten zijn dat je als bond de clubs helpt in plaats van straft. Het is niet het einde van de wereld als iets niet op tijd is geregeld, als het maar geregeld wordt. Het voelt als het onnodig confronteren met feiten. Dat moet je naar de achterban weer uitleggen. Je moet energie steken in zaken die niet nodig zijn. Ze kunnen het ook anders bekijken. Als ik niet gekomen was, had Fortuna Sittard niet meer bestaan. Help dan bij de wederopbouw. Als iemand in het ziekenhuis ligt laat je hem toch ook niet doodgaan, dan geef je hem medicijnen om weer beter te worden. Hier straffen we een club die gezond probeert te worden. In Duitsland gaat de bond daar een stuk relaxter mee om. Dat kan als voorbeeld dienen.’
Onrust in Sittard ondanks toppositie
De euforie heeft in Sittard plaatsgemaakt voor de realiteit. Vier duels op rij (twee moeizaam gewonnen wedstrijden en twee terechte nederlagen) toonden aan dat Fortuna Sittard boven zijn stand leefde. De periodetitel en de play-offdeelname zijn binnen, maar – hoe verrassend goed de ploeg van trainer Sunday Oliseh ook presteert – de onvrede borrelt. De beschuldigende vinger wijst naar de Nigeriaanse coach. Het succes stijgt hem volgens betrokkenen naar het hoofd en vorige week na de nederlaag bij Dordrecht viel hij uit zijn rol. Hij liet optekenen dat hij te weinig goede spelers had voor het gewenste topniveau en eiste versterkingen. Oliseh, die na dit seizoen nog een contract voor een seizoen heeft, lijkt het moment te herkennen dat hij als coach iets bijzonders kan presteren en wil die mogelijkheid benutten. Kortom, hij wil meer dan de club wil en kan. Gevolg was dat er een hectisch weekje volgde in Sittard. Praatsessies, overlegjes, alle moeite werd gedaan om de discussies binnenskamers te houden. Koploper na jaren ellende, maar onrustig na een onhandige uitspraak van een trainer die wellicht zijn hand wat overspeelt. Ook dat is Fortuna. Geruchten over een mogelijk ontslag van Oliseh deden zelfs de ronde. Het zou een waanzinnige beslissing zijn, maar dat de verhoudingen op scherp staan is wel duidelijk. Oliseh zelf (‘zand erover’) en de spelers (‘hij heeft het in de kleedkamer uitgelegd’) hebben de ophef achter zich gelaten. Het is nu zaak op het veld weer te antwoorden. Te beginnen komende vrijdag bij Volendam.