Waarschijnlijk is het veiliger zonder politie, dan zonder (thuis)publiek. Zoals Arjan van Veelen dit weekend al schreef in NRC: “Ik wil van de politie kunnen houden, maar ik vertrouw de politiechef niet”
Lang artikel en het woonprotest is een heel andere situatie, maar ik zie veel paralellen met de gebeurtenissen bij ons in de Geusselt tegen *oda: overmatig geweldgebruik tegen burgers die geen bedreiging vormen, intimideren van willekeurige mensen en een burgemeester die een twijfelachtige rol speelt in het aansturen ofwel achteraf evalueren van politieoptreden.
Ook het knip- en plakwerk van de media zie ik terugkomen. In ons geval nam het merendeel klakkeloos over dat er ‘over en weer’ provocaties waren. Zonder te vermelden dat alles wat er van MVV-kant kwam een reactie was op het feit dat *oda fans al in de eerste tien minuten een tribune met kinderen (de gamintribune) bekogelden met vuurwerk. Het bleef een half uur rustig van MVV-kant Rond minuut 40 worden vervolgens ook spelers, Boschpoort vak F en een ballenjongen bekogeld met vuurwerk, knikkers en allerlei andere voorwerpen die maar met één doel meegenomen worden naar een voetbalwedstrijd. Niks daarover in de meeste media, of over het schandalige politieoptreden. Maar we zijn dus niet de enige: (leestip voor de zondag)
NRC, 6 november - Neem de korpschef van de Rotterdamse politie, Fred Westerbeke. Hij was deze week, op 2 november, te gast bij Op1. De maat was vol, had hij tegen het AD gezegd: hij was het zat dat journalisten en politici op basis van „filmpjes en meningen” foute conclusies trokken over politiegeweld, zonder door te vragen of de voorgeschiedenis te kennen.
Aanleiding waren de beelden van agenten die klappen uitdeelden tijdens het landelijke Woonprotest in Rotterdam, op zondag 17 oktober. Op zulke korte fragmentjes zie je niet wat er aan voorafgaat, zei de politiechef. Daarom had hij een tegenfilmpje meegenomen: gemonteerde, deels geblurde beelden, gefilmd vanuit een politiedrone, van een groep van ongeveer honderd demonstranten op de Erasmusbrug, omsingeld door de politie.
Wat we hier zien, aldus Westerbeke, is „een groep die zich in deze demonstratie op een hele nare manier manifesteert, agenten beledigt en belaagt”. „Een groot gedeelte kwam uit het buitenland”, vervolgde hij, „die wisten niet eens […] waar de demonstratie voor was.”
Daarna volgden beelden van een houten huisje dat gestaag op de groep demonstranten en de politiemannen die hen omsingelen, afrolt. Een „aanval in de rug”, aldus Westerbeke, een „stormram” waar de politie wel op moest reageren. Dat geweld van de politie was overigens zeer beperkt, zei hij: het duurde „nog geen dertig seconden”.
Ik wreef in mijn ogen. Ik kon zijn woorden niet rijmen met wat ik zelf ter plekke had gezien. In een paar minuten had de politiechef allerlei zaken verdraaid, allerlei halve en hele onwaarheden verteld.
Ik telde er minstens drie.
Melodramatische interpretaties
Ten eerste duurde het geweld van de politie niet dertig seconden. Ja, zo lang duurde het in dit fragment. Maar er waren meerdere momenten waarop de politie demonstranten sloeg. Tussen de eerste en de laatste klap op de brug zat een tijdsverschil van bijna een uur (daartussen was het meestal rustig en vrolijk hoor, het was zeker geen veldslag). Daarbij: in die cirkel bevonden zich veel mensen die geenszins agenten belaagden maar juist gehoorzaamden en toch rake klappen kregen.
Die „aanval in de rug” en die „stormram” zijn melodramatische interpretaties. Het ludiek bedoelde huisje, gemaakt van bordkarton en afvalhout, legde onder gejoel een lange weg af, over de brug omhoog. Een aantal agenten zal zich verrast hebben omgedraaid. Maar toen het huisje uiteindelijk de politielinie bereikte (ik stond er naast) hielden de agenten juist hun blik erop gericht. Geen erehaag, nee, maar zeker geen ram in de rug. Agenten reageerden aanvankelijk nauwelijks op het huisje of stapten er rustig voor opzij.
Ten tweede de grote groep ‘buitenlanders’ die geen benul zouden hebben wat ze hier deden. Wonderlijk. Ik bladerde nog eens terug door mijn foto’s. Op de spandoeken in de omsingelde groep zag ik juist teksten als „Huisjesmelkers: functie elders”, „Geen hypotheek, maar wel in de ghetto voor 400 per week”, „Ik wil gewoon wonen, nu”. Zeker, er waren ook een paar Engelstalige spandoeken. Een betuigde steun aan een kraakpand in Berlijn, een ander had de tekst „lynch the landlord”. Niet per se smaakvol, maar op een woondemonstratie zeker ter zake. Belangrijker: er stonden Nederlanders achter, ik had ze zelf gesproken, in mijn moerstaal. Maar als de politiechef zoiets beweert ga je toch twijfelen aan je eigen zintuigen.
Op zich geen slechte reflex. Dus ik belde een van de jongens uit de omsingelde groep. Hij zat in de bus op weg naar school, zei hij. Hij werkt en studeert hard, maar is bang dat hij straks geen huis kan vinden. Daarom ging hij met vrienden naar dat protest. Niks geen snode plannen. „Hoe gaat het met je neus?”, vroeg ik.
Toen op de Erasmusbrug dat huisje op de demonstranten en de agenten kwam aanrollen (hij kon daar letterlijk niks aan doen, want hij was omsingeld door agenten) kreeg hij uit het niets harde klappen. Hij werd op zijn neus geslagen. Die brak en stond scheef. Ook zijn mobiele telefoon werd stukgeslagen. Dat moet gefilmd zijn door de drone van de politie, maar op het fragment zijn veel delen geblurred – omwille van de privacy uiteraard.
Hij vertelde ook dat er inderdaad wat aan het geweld vooraf ging. Al op station Rotterdam Centraal bijvoorbeeld, nam de politie foto’s van demonstranten op weg naar de optocht – vast niet omwille van hun privacy. Vooral mensen zoals hij, met zwarte kleren, de gebruikelijke demonstratiekleding van sommige anarchisten, onder meer om hun privacy te beschermen.
Als er iets viel recht te zetten, leek me, was het die neus van die jonge demonstrant.
Verboden wapenbezit
Zijn verhaal bevestigde wat zoveel getuigen vertelden. Of lees de 53 verklaringen die de organisatie van het protest heeft opgesteld met zaken die de politiedrone niet zag. Zoals wat er in arrestantenbusjes gebeurde. Of lees over de zware verwondingen, foto’s en al. Het wonderlijkste is inderdaad wat er vóór die clash gebeurde. Zoals het zorgwekkende feit dat de politie zich vooraf bemoeide met de inhoud van de toespraken en opperde (lees: dreigde) sprekers van het podium te verwijderen.
Ik vroeg de jongen wiens neus gebroken was naar dat buitenlanderverhaal. „Totale onzin”, zei hij en hij klonk oprecht verbaasd. Dat bevestigde een politiewoordvoerder mij later ook, zij het in andere woorden: weliswaar waren er Duitse demonstranten aanwezig, maar „dat een groot gedeelte van de specifiek ingeboxte groep uit het buitenland kwam is onjuist”.
Ten derde het ‘probleem’ dat journalisten niet doorvragen en alles klakkeloos overnemen. Dat is een fabeltje. In de dagen na het Woonprotest bijvoorbeeld, belde en mailde ik met de politie. Ik had zeven vragen, juist over die context. Wat volgde was een compacte standaardreactie die veel van de vragen openliet. Kan hoor, het is druk en de politie is zwaar onderbezet.
In de verklaring stond onder meer dat er arrestaties waren verricht, onder andere vanwege verboden wapenbezit. Veel media kopieerden dat, inderdaad klakkeloos. „Acht demonstranten zijn gearresteerd voor verboden wapenbezit en opruiing en belediging van de politie”, schreef de NOS bijvoorbeeld. En bij Nu.nl werd het zelfs de kop: „Arrestaties wegens verboden wapenbezit bij woonprotest in Rotterdam”.
Toen ik terugmailde met de vraag wat voor wapens dan precies, was het antwoord: „Een mes.” Dat was technisch correct, maar wat schetst echter mijn verbazing toen ik later hoorde dat bij het fouilleren van die honderd demonstranten op de Erasmusbrug (de plek waar we het heel de tijd over hebben) slechts één ‘verboden wapen’ werd gevonden: een aardappelschilmesje. Waarschijnlijk gebruikt om een appel te schillen of een kartonnen protestbord te snijden. Dat was namelijk de sfeer van de demonstratie (en zelfs die zo gevreesde anarchisten roepen op fora op om vooral géén verboden voorwerpen mee te nemen).
Als je waar dan ook in Rotterdam honderd mensen fouilleert, en je vindt slechts één geval van verboden aardappelschilmesjesbezit, dan is dat een wonder om over te juichen. Meestal tref je een sporttas vol wapens. Deze optocht was vermoedelijk de veiligste plek van de stad, totdat de politie zich ermee bemoeide.
Dat gaf de politiechef ook min of meer toe. „De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we uiteindelijk weinig hebben gevonden”, zei hij in een interview in het AD. „Je kan dus stellen dat het mogelijk rustig was gebleven wanneer we niet hadden ingegrepen.”
Selectieve filmpjes
Dat leek me een veel zinvoller zelfreflectie dan het geweeklaag over kritische boodschappers dat er op volgde. Politiegeweld is geen pr-probleem, maar een werkelijk probleem. En als er een probleem is met media, dan is het juist omdat ze regelmatig klakkeloos het politieframe overnemen. Getuige ook het riante, weerwoordloze podium dat de chef zelf kreeg bij Op1 en het AD en de NOS. Een podium dat hij gebruikte om de media te verwijten dat ze onwaarheden vertellen op basis van selectieve filmpjes – om vervolgens precies dat te doen: onwaarheden vertellen op basis van een selectief filmpje.
Ik werd er wat treurig van, omdat ik van de politie wil houden. Maar liefde begint met vertrouwen. Vertrouwen win je met nieuwsgierigheid naar de feiten. Daarom is het ontluisterend dat de hoogste baas van de politie, burgemeester Aboutaleb, geen daadwerkelijke interesse in die feiten heeft. Hij steunde het relaas van de politie en hij wil geen onafhankelijk onderzoek, zei hij donderdag in de Rotterdamse gemeenteraad.
Ik snap dat het wennen is. Mensen hebben allemaal mobieltjes en zijn mondiger. Zeker bij dat Woonprotest: nu eens waren het niet gemarginaliseerde groepen die klappen kregen, niet de mensen uit de Haagse Schilderswijk, niet de coronademonstranten, maar de hoogopgeleide middenklasse die nu ook in de knel komt. Komende jaren zal het niet minder roerig worden.
En de politie heeft gelijk: er verschijnt ook ongelofelijk veel onzin online, op televisie en in kranten. Frustrerend moet dat zijn. Maar zelfs in die gevallen geldt: gij zult geen fake news met fake news bestrijden. Dat sjoemelen sijpelt op den duur door in de hele organisatie. Van de agent die procesverbaal opstelt tot degene die het persbericht maakt. En kun je ze het kwalijk nemen als de baas het ook doet?
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 6 november 2021