(column:08/01/13)
Miljaar Sjeraar: Het Voetbal Koninkrijk

Er wordt in de media weer veel gesproken over het opzetten van de Beneliga. Een samengevoegde voetbalcompetitie van Nederlandse en Belgische ploegen die zeg maar boven de eredivisie en de Belgische Jupiler league komt te liggen. Er wordt gekeken naar de prestaties van de afgelopen vijf jaar, aan de hand daarvan worden uit elke competitie respectievelijk acht en tien clubs ingedeeld. Alles in het kader van kwaliteitsverbetering en sponsorschap.

In die hele top tien staan nu ploegen die mijn inziens zelfs worden geweigerd bij de schuldhulpverlening. Ploegen als NAC, Heerenveen, Roda JC, etc. Deze ploegen moeten Nederland en België weer op de Europese voetbalkaart gaan zetten. Het is gewoon te lachwekkend voor woorden. De enige competitie die met deze opzet erop vooruit gaat, is de Belgische. En dat weet die rijke Kotelet uit Luik maar al te goed. Hij voert de druk slim op via de media. Maar gaat het om de kwaliteit van het voetbal of het eigen geld blijft de vraag.

Denk eens aan de veranderingen die dit allemaal zal meebrengen voor MVV. Economisch komt men met het verdwijnen van de landsgrenzen in elkaars vaarwater, wat weer resulteert in een strengere concurrentie. Zeker in het met voetbalclubs bezaaide Belgisch- en Nederlands-Limburg kan dit rampzalige gevolgen hebben voor het voortbestaan van traditionele clubs, omdat de machtsverhouding voor die regio nog groter wordt. Vooral als jij de club bent die lager presteert dan degene die in de Beneliga speelt.

Ook denk ik dat onze Zuiderburen (Westerburen) een gigantische inschattingsfout maken betreft onze infrastructuur. Voornamelijk het wegennet zal ze nog veel plezier gaan opleveren bij uitwedstrijden.  Even hypothetisch: – stel dat BV Veendam en RE Excelsior samen worden ingedeeld in de Beneliga. Dan spreek je van een totale reisafstand van twaalf uur. Tel hier dat fantastische wegennet in Nederland bij op en je zit zo'n veertien uur in de bus. Dat is exact dezelfde reistijd van Maastricht naar het Spaanse Lloret de Mar. En dan moet je ook nog het geluk hebben dat je geen klapband onderweg krijgt op die altijd zo goed onderhouden Belgische snelwegen. Ik heb daar altijd van alles zien langs vliegen: bankstellen, een bed compleet met het nachtkastje van Eddy Wally, vul slangen, spatborden van vrachtwagens etc.. Meestal ligt het een half jaar later nog in de berm of op de vluchtstrook. Ik moet ze wel nageven dat ze goed hun autoweg verlichten, dat is altijd handig, -vooral met vliegende bankstellen-. En dan kom je hier de grens over en dan zie je dat elke vierkante meter bewerkt en beheerd wordt. Zelfs op het moestuintje van Tante Mien zijn tien bestemmingsplannen losgelaten. Maar de bottlenecks uit het wegennet halen doen die perfectionisten niet..

Natuurlijk zijn er ook positieve kanten aan de Beneliga. Zo zal waarschijnlijk de Eredivisie en de Belgische Jupiler League vaker op televisie worden uitgezonden in de buurlanden, vooral tijdens de promotiewedstrijden. Dat levert natuurlijk weer meer televisiegelden op. Supportersgroepen met een andere nationale achtergrond verrijken (hopelijk) de cultuur van elkaars voetbal. Iets wat de band kan doen versterken tussen beide landen, zowel sociaal als economisch.  Ook creëert iedere wedstrijd minimaal twee arbeidsplaatsen voor de tolken, want men wilt natuurlijk graag verstaan wat ze in het uitvak zingen.

Maar men moet niet vergeten dat men met drie verschillende culturen wilt gaan samenwerken (en dan laat ik de vierde even buiten beschouwing (Brussel/Eupen en andere subculturen). Je mag als Nederlands-Limburger dan wel een verwantschap voelen met het gesepareerde Belgische deel, maar 'de arrogantie', zeg maar -de zeemanscultuur van de Nederlander- is ook hier verweven in het algemeen goed. Het is niet voor niets dat de eigen Belgische bevolking zich steeds meer terugtrekt naar het binnenland met de komst van Nederlandse migranten die zich over de grens vestigen. In de woorden van een autochtoon die ik enkele jaren geleden sprak. “De Nederlanders komen hier als gast, maar staan ons op het schoolplein als ouder wel uit te lachen en te vertellen hoe wij het moeten doen”.

Ik denk dat als je deze uitspraak in je achterkop houdt, je begrijpt waarom er in feite drie regionen zijn, dat vroeger één groot Nederlands koninkrijk was (De Zeventien Provinciën). Een Beneliga komt op voetbalvlak heel dicht in de buurt van een herleving van dat rijk. Ik vrees dat men onderschat hoe lastig het zal zijn om aan tafel te zitten met drie culturen die zich gezamenlijk moeten buigen over de handhaving van de nieuwe competitie. Daar ging het in dat Koninkrijk ook mis, omdat je spreekt over andere normen en waarden en dus ook andere regels en de naleving hiervan.   

Begrijp me niet verkeerd ik ben dol op België. Als ik de grens over rijd richting de Ardennen en de eerste rotspartijen komen tevoorschijn begin ik al te stralen. Mijn grootste droom is ook om ooit in de natuur van Wallonië een vakantiehuis te kunnen kopen. Maar dan zal ik me aan de cultuur moeten aanpassen wil dat ooit een succesverhaal worden. Voor de Beneliga is dat niet anders. De conservatieve Belg moet in gelijkwaardigheid kunnen staan met de opvattingen van de progressieve Nederlander en andersom. Onderling respect is het sleutelwoord. Iets wat ik me eerlijk gezegd tussen de harde kern van Ajax en Standard niet kan voorstellen. Maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit.

Het kan uiteindelijk een hele mooie competitie worden als de plannen worden goedgekeurd, het kan ook uitdraaien op een fiasco van geldbeding en corruptie. Ik ben vooral benieuwd welke voetbalstijl een overhand gaat krijgen, het tactische Nederlandse voetbal of het fysieke Belgische. En belangrijker nog, hoe gaat de arbitrage om met deze twee verschillende speelstijlen. Voor het lot van MVV hoop ik dat alles blijft zoals het nu is, spelen in de eredivisie is voor onze club al prestige genoeg. Hoewel ik natuurlijk graag die nieuwe derby tegen o.a. Standard en Genk eens zou willen meemaken.

– houtengerard